Verblijf Chiang Mai en rit naar Chiang Rai

5 januari 2016 - Chiang Rai, Thailand

Gisteren hebben we het dorpje Bo Sang bezocht, dat bekend staat voor zijn handbeschilderde parasols en waaiers. We konden er een kijkje nemen in een fabriekje, waar we de volledige "productielijn" konden volgen. We keken er onze ogen uit op de prachtige schilderwerkjes en lieten onze rugzakjes bewerken met een fijn motiefje waar ze dan 50 bath (1,25 euro) voor vroegen. 

Daarna zijn we verder gereden naar een zijdefabriekje, waar we ook het hele productieproces stap voor stap konden volgen van rups tot doek.

Na de middag zagen we wegwijzers staan naar hotsprings en besloten ook daar even een kijkje te gaan nemen. Dit was een toeristische plek voor de Thai, dat bleek al direct aan de overdreven "eftelingachtige" opbouw van het park. Het water was inderdaad heet, maar de zogezegde geiser was een grote pomp die een eind verder verscholen zat. Daar trappen 'westerse bleekscheten' dus niet in. 

Gisterenavond zijn we in een soort wokrestaurantje gaan eten, dat was ook een ervaring. Net zoals bij ons kon je er zoveel eten als je wilde, en alle ingrediënten om te wokken lagen in een soort buffet, alleen...allemaal dingen die we niet konden definiëren waar de thai blijkbaar gek van waren. Uiteindelijk wel lekker gegeten, alleen Natasja haar 'dessertje' viel wat tegen...eigenlijk was dat niet te eten

Deze morgen dan vertrokken richting Chiang Rai. We voelen ons ondertussen al heel goed thuis in het Thaise verkeer en kijken nog steeds bewonderend naar de hoog beladen pick ups die handig laveren over de bochtige wegen met hun vervaarlijk wiegende ladingen. Het zijn echte meesters in het laden van hun voertuigen want op de vele kms die we al afgelegd hebben, hebben we er nog maar eentje gezien die wat ananassen kwijtgespeeld was. 

Onderweg nog even gestopt aan een hotspring langs de weg met de obligate nepgeiser, waar we ervaren hebben hoe het voelt als er honderden visjes aan je voeten zitten te sabbelen. 

Onze laatste halte voor vandaag was de beroemde witte tempel, Wat Rong Khun. Eigenlijk een tempel dat ze in 1997 beginnen bouwen zijn en waarvan de volledige bouw 90 jaar zal in beslag nemen. Je komt er binnen over een brug waar allemaal armen van ongelovigen uit de grond graaien en waar het gezicht van de duivel te herkennen is. De hele tempel is een echt kunstwerk met tot in detail uitgewerkte figuren in mozaïek van spiegelglas.

Deze avond nog lekker gaan eten aan één van de tientallen kraampjes die zoals overal in lange rijen opgesteld staan langs de plaatselijke marktjes.

Morgen rijden we naar het noordelijkste punt van Thailand, de zogenoemde "Golden Triangle", waar Thailand grenst aan Myanmar en Laos, aan de oever van de Mekong rivier. Dit gaan we proberen te bereiken langs een kleine zijweg pal langs de grens met Myanmar en hopen daar nog enkele bergstammen te kunnen bezoeken. 

 

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Jan Proost:
    6 januari 2016
    O wat een belevenis weer en ik dacht zeker een foto te zien van jullie rugzakjes ben echt nieuwschierig naar het resultaat een mooie herinnering en de bezienswaardigheden zijn ook de moeite geniet er maar van zo veel je kan en prent ze goed in jullie geheugen voor later groetjes van je ouders !!! Xxxxxxx